In de postbus vinden ze een brief van Alouis de Geest, die last heeft van een onvatbaar spook dat allerlei vernielingen aanricht in zijn villa. Ook de politie is bezig met de zaak, en Pol en Pluym moeten beloven niets te ondernemen. Maar de nieuwsgierigheid van Haantjes en Jessie is niet te stuiten, en zonder het van elkaar te weten dringen ze elk de villa van meneer de Geest binnen.